Dag 25 - Duifvredebreuk, kruip-door-sluip-door en misplaatste gierigheid

27 mei 2014 - Yazd, Iran

Dag 25 - di 27 mei - Yazd

Vrije dag in Yasd. 
Ons hotel is een groot huis van een paar eeuwen oud. Een gedeeltelijk overdekte steeg leidt vanaf een deel van de bazaar naar het huis. Een lange gang met een paar bochten leidt naar de binnenplaats, die mooi versierd is met schilderwerk, uitgesneden kozijnen en raamluiken en glas-in-lood ramen. Vanaf de binnenplaats gaan trappen omhoog en omlaag naar de kamers. Ik had een kamer net boven het niveau van de binnenplaats. Mijn kamer was klein met een (naar verhouding) reusachtig groot bed (dit keer had ik toch liever een eenpersoonsbed gehad). Om mijn tas neer te zetten had ik de keuze tussen de badkamer blokkeren of de koelkast/ minibar blokkeren. (Ik gebruik niets uit de minibar, maar ik gebruik de minibar om mijn zelf gekochte drinken te koelen. Niet dat de minibar hier duur is, de prijzen zijn gelijk aan de prijzen van het restaurant, tot IR 20.000/ € 0,45 per blikje.  Met de warmte hier, vandaag tot 37 graden in de schaduw, drink ik hier liters per dag en 's avonds vaak nog wel een liter alcoholvrij bier met citroen-, perzik- of ananassmaak, dan heb ik niet veel aan een blikje fris, een blikje alcoholvrij bier en een halve liter water. Dat alcoholvrije bier met vruchtensmaak is trouwens erg lekker en verfrissend, zaker geen armoede; het alcoholvrije bier zonder vruchtensmaak vind ik wel armoede, dan drink ik liever iets anders.)
Het laken op het bed voelt wat vreemd aan, het is dun maar ook een beetje stug. Het is heerlijk licht en luchtig om onder te slapen. 
De badkamer is klein en staat na het douchen half onder water. Het douchegordijn is puur ter decoratie, het hangt verkeerd om water tegen te kunnen houden en wanneer je het dicht doet sta je in het donker te douchen. :-) 

Om half tien op pad gegaan met Jan en de Duitsers.
Op weg naar de oude stad alvast een paar bezienswaardigheden meegepikt. Als eerste de Hosseinieh op het Amir Chakhmaq plein. (Een Hosseinieh is een facade met vaak twee minaretten, waar op een gedenkdag van Imam Hoessein een processie start waarin een groot houten palmblad wordt meegedragen.) Daarna twee moskeeën, waarvan één vrij moderne met een metalen constructie (doet een beetje jaren '70 aan, maar dat zegt hier niet veel). 
Door de grote Jamee moskee gingen we het oude gedeelte van de stad in. Dat is een wirwar van straatjes, steegjes, poortjes en gangetjes, met een paar mooie oude gebouwen als bezienswaardigheid.
In de buurt van een deur bleven we staan om een mooi plaatje te schieten van een overekte steeg. Uit die deur kwam een man die op een motor weg wilde rijden, maar die een stel toeristen voor zijn deur ook wel interessant vond. We werden uitgenodiigd om binnen te komen kijken (hier geen gastvrijheid opgedrongen door gewoonteregels, dit was een uitnodiging die we niet met goed fatsoen konden afslaan). Door de deur kwamen we op de binnenplaats van een oud huis. Er was duidelijk al tientallen jaren geen onderhoud gepleegd, maar het was goed te zien dat het vroeger een mooi huis van een welgestelde familie moet zijn geweest. Aan één kant van de binnenplaats was een verhoogde open kamer (open naar de binnenplaats) waar via een badgir (een toren op het dak die wind opvangt en naar het huis leidt) een constante stroom verkoelende lucht door stroomde. Erg indrukwekkend. 
Toen we de binnenplaats opliepen riep de man iets naar de woonvertrekken. Onmiddelijk kwamen zijn twee zoontjes (ik schat acht en tien jaar oud) naar buiten die ons een zeer interessante attractie vonden. Even later kwam zijn vrouw naar buiten met een dienblad met thee (dat staat in een Iraans huis altijd te pruttelen). Onder de thee liet het oudste jochie ons zijn duiven zien (één of twee tegelijk, vastgepakt bij de vleugels, kop of poten, rechtop of ondersteboven). Na de thee hebben we ze vriendelijk en uitgebreid bedankt en zijn we weer verder gegaan.
Halverwege onze tocht hebben we wat gedronken bij een luxe hotel in een oude caravanserai. Het is groter en luxer dan ons hotel, maar ons hotel is mooier in de details.
Aan het begin van de middag, voor het heetst van de dag, gingen we terug richting hotel. Dichtbij het hotel bezochten we nog het watermuseum. Dat museum is gevestigd in de kelderverdiepingen van een groot oud huis. Het laat zien hoe het water vroeger met qanats (tunnels) vanuit de bergen naar woestijnsteden zoals Yasd werd gebracht en hoe die tunnels gemaakt en onderhouden werden. Je kon in het huis ook afdalen tot waar een qanat door de kelder liep; ze hadden dus hun eigen watervoorziening. Een klein, maar erg interessant museum (en lekker koel, zeker in de kelders). 

Tegen de avond weer richting oude stad gegaan om te eten. We hadden weer via de grote straten om kunnen lopen, maar Jan stelde voor om dwars door de bazaar te steken. Dat leek me een leuk idee, ook al hield ik er rekening mee dat we zouden verdwalen. Ook de Duiters wilden het wel proberen.
Het verdwalen viel wel mee, hemaal toen ik er al vrij snel achter kwam dat de minaretten die we af en toe konden zien van de Jamee moskee waren, die ongeveer in de goede richting lag. De bazaar was gesloten, dus alle winkeltjes waren dicht, maar ergens halverwege merkten we dat de winkels waar we tussendoor liepen niet meer gebruikt werden en in verval raakten (meer dan het normale achterstallig onderhoud). In een niet al te ver verleden (hooguit enkele jaren, zo vervallen zag het er nog niet uit) moet er dus veel meer verhandeld zijn dan nu. (Of de winkeliers moeten weggetrokken zijn naar grote moderne winkelcentra aan de rand van de stad, maar die heb ik niet gezien.)
Bij het restaurant waar we gisteren ook eerst naar toe gegaan zijn konden we vandaag wel á la carte bestellen (groepsleden die een uur later kwamen konden alleen aan het buffet). Vandaag konden we dus alsnog aan de curry waar José ons gisteren lekker mee gemaakt heeft.
Op de terugweg begon het stevig te waaien. Stof en fijn zand van de straat (en misschien ook van buiten de stad) werd opgewaaid, zodat we af en toe gezandstraald werden. Dat was helemaal vervelend omdat we nog inkopen voor morgen moesten gaan doen en veel winkels dicht waren. Morgen gaan we naar Tabas, de plaats waar volgens José het slechtste hotel van de hele reis staat (weer een keuze tussen slecht en nog slechter) en waar geen restaurants of winkels zijn. We moeten morgen dus voor ons eigen eten zorgen. José had voorgesteld een soort picknick te verzorgen vanuit de gezamenlijke fooien-, excursie- en etenspot, maar dat ging helaas niet door, omdat een paar 'groepsleden' vonden dat ze niet zo veel aten als anderen en dan te veel zouden bijdragen (het gaat hier letterlijk om centen tijdens een reis die ettelijke duizenden euro's gekost heeft). De gezamelijk ingekochte picknick gaat dus niet door en iedereen moet zijn eigen diner inkopen en met zijn/ haar bagage meeslepen. De twee kruideniertjes bij het hotel die 's middags nog open waren, bleken nu gesloten. In de hoop dat er verderop nog wat open was, zijn we doorgelopen. Op het moment dat we de hoop bijna opgegen hadden om nog iets anders tegen te komen dan snoepwinkels, kwamen we bij drie kleine zaakjes aan die noten, gedroogde pasta en rijst verkochten en nog wat water, drinken en een paar andere dingen. Ik ga morgen voor een goede lunch die ik 's avonds bij ga vullen met alcoholvrij bier met multivruchtensmaak, chips en koekjes (iets dat meer op een verantwoorde maaltijd leek kon ik zo gauw niet vinden in het zaakje dat ik binnenstapte). 

's Avonds terug in het hotel samen met Jan nog even thee gedronken en gesproken met onze Iraanse chauffeur. Hij had een kaart gekocht en wilde weten hoe onze verdere route was. Hij dacht dat we de zijderoute via Afghanistan zouden volgen en daar maakte hij zich ongerust over. 

Foto’s

1 Reactie

  1. Sylvia:
    1 juni 2014
    Zie mijn vorige reactie op je vorige verslag. Dat ging over Yazd.
    Tjetoreh? (hoe is het in het Farsi). Antwoord: halam ghoebe
    (mijn gezondgeid is goed). Be omidde didar.