Dag 26 - Azende gieren, pruttelende kippen en de geschoten bok

28 mei 2014 - Tabas, Iran

Dag 26 - wo 28 mei - Yazd - Tabas

 

Reisdag.

Omdat er op de plaats van bestemming niets te doen is, konden we vandaag uitslapen. We vertrokken pas om negen uur.

Eerst gingen we net buiten Yazd naar de 'Torens der Stilte'. Dat zijn twee heuvels naast elkaar waar tot zo'n 50 jaar geleden de aanhangers van het Zoroastrische geloof (er wonen nog zo'n 25.000 in Yazd) hun doden aan de gieren voerden. Dat is nu verboden, de doden worden nu in betonnen kisten boven de grond bijgezet.
De vorige keer had ik de laagste toren bezocht, dus nu begon ik met de hoogste. Jan de Belg en ik begonnen aan de klim zonder te weten dat we het pad voor gevorderden namen. We wisten dat we rechtsom moesten, maar we wisten niet dat er verder naar rechts nog twee paden waren die iets makkelijker en veel makkelijker waren. Door de warmte (zeker al rond de 30 in de schaduw, en die was er niet) en de hoogte (1.400 meter, niet genoeg om te merken wanneer je gewoon loopt, maar wanneer het steil wordt kom je zuurstof tekort) was het een behoorlijke klim. Boven aangekomen duurde het even vijf minuten voor ik door had dat ik het overleefd had. :-) (Ik had toch thuis nog even aan mijn conditie moeten werken op de hometrainer.) Boven was er een cirkelvormige constructie op de top van de heuvel met een vlakke vloer met een ondiep gat in het midden. In dat gat werden de lichamen van de mannen voor de gieren neergelegd, op de rand er omheen de vrouwen en kinderen. De constructie zelf is niet zo bijzonder, gewoon een ronde muur (mijn verbeelding heb ik hier maar op lage resolutie gezet). Door een gat in de muur had ik een mooi uitzicht op de andere toren, het complex aan de voet van de beide heuvels en de moderne begraafplaats even verderop. Van bovenaf zag ik ook een relatief makkelijke route naar de andere toren.
Van de andere toren was de constructie nog hemaal intact, zodat ik daar van binnenuit geen uitzicht had. Vrijwel bovenaan het pad terug naar beneden was een laag muurtje waar ik op kon zitten om van het uitzicht te genieten. Ik had een mooi overzicht op het complex aan de voet van de heuvels, waar de lichamen werden voorbereid op de luchtbegravenis en de priesters hun ceremonies hielden. Er was zelfs een constructie die ik aan het conische dak en de twee badgirs aan weerszijde herkende als een koelhuis (daar zullen ze geen groenten bewaard hebben).
Waar ik ook een goed overzicht op had waren de groepsleden die zich langzaamaan al weer terugtrokken naar de bus, hoewel we nog ruim een half uur hadden voor de afgesproken vertrektijd. Ik ben dus ook maar naar beneden gekomen en langs het complex gelopen, waar ik dus geen tijd meer voor had om het te bekijken, naar de bus.

Door de woestijn ging het verder. Het is hier geen zandwoestijn met duinen, maar een rotswoestijn van gravel, grind en keien met heuvels en bergen. Er ligt een groenige waas over het landschap van een paar dorrige pollen gras en vooral korstmossen. We rijden op een goede tweebaans weg waarover we redelijk op kunnen schieten (dat 'redelijk' ligt niet aan de weg of het verkeer, maar aan de temperatuur, waardoor de motor van de bus niet het volle vermogen kan geven zonder oververhit te raken).
Bij de plas-/ rook-/ thee-/ fotostops die we maken is de lucht warm, alsof je de deur van een oven open doet. De temperatuur was hoog in de dertig graden in de schaduw, maar uit de schaduw zullen we diep in de veertig graden hebben gehaaald.
Bij de geplande lunchstop bleek het wegrestaurant gesloten. Een paar dorpen verder werden we bij een controlepost langs de weg verwezen naar een truckersrestaurant. Dat was een klein, bloedheet zaaltje (er stond ook nog een groot vat water op een gasbrander te koken voor de thee) met twee lange tafels waar een paar vrachtwagenchauffeurs aan zaten te eten. Wij schoven aan en hadden de keuze uit kip met rijst of rijst met kip. :-)
De kip was erg lekker. De kip stond voor te garen in kokend water, zodat een paar minuten in de oven genoeg was. Binnen tien minuten had iedereen zijn kip. Door de hoge omloopsnelheid kreeg de kip geen tijd om een 'tweede leven' te ontwikkelen. De eigenaar was zeer verheugd over het buitenlandse bezoek. Zonder enig verzoekvan onze kant verschenen er schaaltjes kookvocht met vet (lekker voor over de rijst), flessen citroensap (lekker voor over de kip) en flesjes tabasco (zag ik het nut niet van in, het smaakte goed genoeg zo) op tafel. De chauffeurs die er zaten vonden het ook wel grappig. Toen er d.m.v. handopsteken geïnventariseerd werd wie wat wilde hebben (wel of geen kip, cola, water of alcoholvrij bier), staken een paar Iraanse chauffeurs ook hun hand op, waar de rest hard om moest lachen (ook in Iran is truckershumor simpel :-) ) 

Bij een fotostop voor een kudde rennende dromedarissen, aan het einde van de middag, begon het in de verte te bliksemen. Dat werd steeds heviger en toen we Tabas binnenreden begon het te regenen (ook een woestijn heeft een regenseizoen en wij zitten aan het einde daarvan), grote zware druppels. Het regende niet hard en tegen de tijd dat we allemaal een kamer hadden hield het weer op (het had net lang genoeg geregend om een paar druppels te vangen, ik was nog steeds vochtiger van het zweten) en was de ergste warmte uit de lucht. 
We hadden een soort appartementen in blokken van zes appartementen. Met een beetje meer aandacht had het wat kunnen worden, maar jammer genoeg is behalve het innen van de overnachtingskosten alles verwaarloosd. Ik had een 'suite' van twee kamers met in totaal vijf bedden, een aanrecht en een gasstel (aanrecht en gasstel nodigden niet echt uit tot gebruik). Op de bedden lag een kussen, een onderlaken en een deken. Als we al onder dat deken hadden willen slapen was het daar nog te warm voor; maar de meeste appartementen hadden bedden over en met de gehele groep konden we daar genoeg onderlakens vanaf halen om iedereen van een bovenlaken te voorzien. 
Mijn badkamer was overwegend schoon (iemand had er in het recente verleden een dweil doorheen gehaald), maar de kranen zaten los, de wasbak was gebarsten, voor het zeepbakje moet hoognodig een bedrijf dat gespecialiseerd is in het afvoeren van chemisch en biologisch afval ingeschakeld worden en er was alleen een Frans toilet.
Totaal in tegenspraak met dit alles had elk appartement een dik Perzisch tapijt op de vloer liggen, waar we niet met onze schoenen op mochten komen. Voor een classificatie in een hotelgids zullen ze voor dit hotel een eigen categorie moeten bedenken, maar wanneer dit het slechtste hotel van de hele reis is mogen we niet klagen. (Het heeft mijn test doorstaan: schoon beddengoed, al zijn we wel creatief geweest om dat te verzorgen; en schoon sanitair in de zin dat je na gebruik schoner bent dan daarvoor, zolang je bij het zeepbakje uit de buurt blijft en badslippers gebruikt.) 
Toen we ons appartement hadden aanschouwd en de een van de schrik en de ander van een lachstuip was bekomen, gingen we op de stoep van de achterste rij appartementen onze zelf ingekocht avondmaal nuttigen. Het had wel iets van kamperen. :-)

Tijdens het eten ging José geld inzamelen voor de tweede donatie aan onze fooien-, excursie- en etenspot en voor de fooi voor de chauffeur, waar we morgen afscheid van gaan nemen. Ik was opnieuw te laat met bukken en op het moment dat ik mijn bijdrage voor de chauffeur in de enveloppe stopte werd ik aangewezen als 'vrijwilliger' om morgen de enveloppe te overhandigen (en meteen als verantwoordelijke om het restant te innen). Dat kostte me dus ook weer een uur om een praatje te bedenken voor de chauffeur, terwijl ik me net in het bruizende nachtleven van Tabas had willen storten.

1 Reactie

  1. Sylvia:
    1 juni 2014
    Het hierboven beschreven hotel lijkt me zelfs erger dan het hotel in Takab. Dat was zelfs ook al geen een ster waard!
    Gelukkig heb je goed gezelschap gevonden. Ik hoop dat de prachtige monumenten die je ziet het hotel-leed wat kunnen verzachten. groet