Dag 29 - Tassencontrole, Russisch bier en een Coca Cola-tuin

31 mei 2014 - Asgabat, Turkmenistan

Dag 29 - za 31 mei - Mashad - Ashgabat (Turkmenistan)

Vanmorgen het laatste stukje Iran. Naar de grens wordt het landschap steeds ruiger en bergachtiger. De grens zelf ligt op een bergrug, op 1.700 meter hoogte.
De douaneformaliteiten aan de Iraanse kant gingen redelijk snel. De paspoorten werden aan twee loketten gecontroleerd en verwerkt. Voor de vorm moest mijn handbagage nog even open, maar er werd niet eens ingekeken (misschien keek hij meer naar mijn reactie, of ik niet schrok dat de douanier in mijn tas wilde kijken, in mijn geval zou het alleen tijdverspilling zijn geweest). Na ongeveer drie kwartier liepen we met onze bagage de Turkmeense grens over. 
Net binnen de poort op Turkmeens grondgebied hadden we de eerste paspoortcontrole. Er werd gekeken of wij op de officiële uitnodigingsbrief stonden, waarna onze paspoortgegevens handmatig in een boek werden opgeschreven. Daarna mochten we door naar het douanegebouw. Daar moesten we wachten terwijl onze paspoorten werden verwerkt. Na een tijd wachten ging het kantoortje open waar onze visa en reisvergunning werden verstrekt. Doordat José genoegen nam met één reçu voor de hele groep en wist welke extra kosten niet op ons van toepassing waren, hebben we $ 12 pp. bespaard. We hoefden geen formulieren in te vullen en ook niet op te geven hoeveel geld en andere waardevolle spullen we bij ons hadden (ze zijn bezig de douaneformaliteiten te stroomlijnen, maar José had niet verwacht/ gehoopt dat het zo snel zou gaans). Dus ondanks dat ze ons lang hebben laten wachten waren we nog relatief snel klaar. Na ongeveer een uur hadden we allemaal een prachtig Turkmeens visum in ons paspoort.
De tassen moesten door een scanner (op strikte aanwijzingen van een Turkmeense dounier) en daarna vroeg een andere douanier bij de volgende balie of ik mijn rugtas open wilde maken. Eén blik op de zakken waarin ik mijn kleding heb onderverdeeld was genoeg en daarna moest ik nog even bevestigen dat ik geen wapens of drugs bij me had. 
Ongeveer drie uur nadat we de Iraanse kant in gingen, kwamen we de Turkmeense kant uit (inclusief een half uur tijdverschil, we leven hier nu drie uur eerder dan in Nederland).

De 35 km lange weg naar Ashgabat is grotendeels bergafwaarts, de stad ligt 1.400 lager, op iets hoger dan 300 meter, het laagste punt van onze reis tot nu toe.
Ashgabat is een vreemde stad. Op een paar wijken na bestaat de stad uit wit-marmeren regeringsgebouwen en appartementencomplexen. Hoewel er al meer overheidsgebouwen zijn dan er met ambtenaren gevuld kunnen worden (hier kiezen ze overduidelijk voor marmer boven mensen i.p.v. mensen boven bakstenen ;-) ) en er genoeg appartementen zijn om alle vijf miljoen inwoners van heel Turkmenistan te kunnen huisvesten (wanneer ze genoeg zouden verdienen om een appartement van $ 150.000 tot $ 500.000 te kunnen kopen, een straatveger verdient maar liefst $ 100 per maand) blijft de overheid gebouwen en appartementen bij bouwen. Sommige delen van de stad zijn één groot bouwterreinen waar grote Russische, Turkse en Franse bedrijven aan het bouwen zijn.
De gebouwen zelf zijn over het algemeen best smaakvol. In de meeste grote steden ter wereld is een wel een straat of kleine wijk met vergelijkbare gebouwen (alleen is het hier een hele stad).
Onze eerste stop was de Russische markt, met als belangrijkste punten op het boodschappenlijstje: lokaal geld en bier. :-) Bij de eerste controlepost na de grens kregen we een officiële overheidsgids bij ons in de bus, die ons tijdens de vier dagen Turkmenistan zal begeleiden. Hij stelde voor om een half uur voor de markt uit te trekken, waarop wij drie kwartier vroegen; niet omdat we die nodig dachten te hebben, maar meer om duidelijk te maken wie de baas is. Bij het verzamelpunt werd hij wat zenuwachtig toen een aantal van ons vijf minuten voor de afgesproken tijd aan de overkant van de straat in de schaduw stonden te wachten. Hij dacht dat zij hem niet goed begrepen hadden en begreep niet dat ze pas op het laatste momen uit de schaduw zouden komen om de straat over te steken.

In mijn hotelkamer eerst een biertje open getrokken en daarna de kleine was in het bad te weken gezet. Tegen zes uur ging de hoteltelefoon. Ik nam op in het Engels, maar verwachtte José aan de lijn te krijgen met een belangrijk nagekomen mededeling over morgen of zo. Het duurde even voordat ik doorhad dat ik om moest schakelen naar het Duits omdat ik Antonia aan de lijn had. Ze had het adres gekregen van een biertuin in de buurt, of ik zin had om mee te gaan. Vrij overbodige vraag en ik had net mijn biertje op.
Jan was ook al beneden, dus gingen we weer met z'n vieren op pad. De biertuin was dichtbij, het was een terras met plastic Coca cola meubilair en harde Russische popmuziek. Het bier werd geserveerd in grote pullen van een halve liter, ik vond het beter smaken dan het Russische bier dat ik op de markt gekocht had en het was nog goedkoper ook!

3 Reacties

  1. Joke grinwis - greven:
    5 juni 2014
    prachtig zoals je het beschrijft. ik leef er in mee!!!
    de grensovergangen herken ik wel . onze en jou ervaring was natuurlijk hongarije en dat was ook een hele belevenis.
    geniet er van. hier gaat alles goed. joke
  2. Sylvia:
    7 juni 2014
    van kebab naar plov? Eindelijk in de stad van Tom Waes! Ik ben benieuwd naar de foto's van alle marmeren gebouwen, die in de reportage Waes te zien waren. Is het echt zo erg?
  3. Dimitrie:
    7 juni 2014
    @ Sylvia: Ik heb geen foto's met mijn telefoon van de marmeren gebouwen gemaakt, dus die komen niet op deze blog. Maar het is zoals in de documentaire van Tom Waes.